VanEck Multi-Asset Growth Allocation UCITS ETF (Uitkering) - Beleggingsfonds - Testaankoop invest (2024)

Er zijn duizenden beleggingsfondsen op de markt maar wellicht selecteert u er maar een handvol om uw eigen portefeuille samen te stellen. Hoe weet u dan of u wel de juiste keuzes maakt?

Bepaal eerst uw globale doelstelling. Bent u op zoek naar een alles-in-éénoplossing of wilt u stap voor stap uw eigen fondsenportefeuille samenstellen?

In het eerste geval bent u beter af met een gemengd fonds, een wereldwijd aandelenfonds of een wereldwijd obligatiefonds, in functie van uw beleggersprofiel. Op die manier beschikt u in één klap over een goed gespreide portefeuille.

Wilt u zelf à la carte uw fondsenportefeuille samenstellen, dan is het zaak om net die fondsencategorieën te selecteren met de beste vooruitzichten. U vindt onze mening (interessant of niet interessant) telkens terug voor elke fondsencategorie (Belgische aandelen, Amerikaanse aandelen, obligaties in euro, enz.). Die mening is gebaseerd op de onafhankelijke expertise van onze financieel analisten en onze macro-economen.

Maar dat volstaat nog niet om de juiste keuze te maken. De keuze voor een bepaalde categorie is immers ook afhankelijk van uw beleggersprofiel. Om u daarbij te helpen, identificeren we via het label "Doelstelling" die categorieën waarvan we denken dat ze thuishoren in respectievelijk defensieve, evenwichtige of dynamische portefeuilles. We inspireren ons daarbij op de moderne portefeuilletheorie van Harry Markowitz, die in 1990 de Nobelprijs Economie won.

Uiteraard kunt u ook beleggen in functie van uw persoonlijke doelstellingen (bijv. beleggen in de groeilanden, in vastgoed, in een bepaalde sector, met het oog op uw pensioen, enz.).

Eens u hebt bepaald welke fondsencategorie of categorieën uw interesse wegdragen, kunt u daarbinnen dan de interessantste fondsen gaan selecteren. De vijf criteria die we hieronder toelichten, helpen u daarbij een heel eind op weg.

Vijf criteria om beleggingsfondsen te beoordelen

U wilt in een Belgisch aandelenfonds beleggen maar weet niet welke fondsen u moet kiezen uit het ruime aanbod dat in België voorhanden is? En hoe zit het met andere aandelenfondsen, obligatiefondsen, gemengde fondsen of pensioenspaarfondsen?

Alleen rekening houden met het rendement van het afgelopen jaar is onvoldoende om u een idee te vormen van de prestaties van het fonds in het algemeen. Vaak is het namelijk zo dat een fonds een bepaald jaar goede resultaten neerzet, maar het jaar erna minder goed presteert.

Onze beoordeling van fondsen en trackers (ETF’s) berust op de analyse van de volgende 5 criteria: het rendement over een periode van 5 jaar, de regelmaat van de prestaties, het risico, de kosten en de prestatie ten opzichte van zijn referentie-index.

Voor elk van deze 5 criteria geven we het fonds een score tussen 0 en 100. Het fonds dat in zijn categorie het minst goed presteert, krijgt een 0. Het fonds dat in zijn categorie het best presteert, scoort 100.

Vervolgens berekenen we een gemiddelde score voor de vijf criteria samen, waarbij we aan elk criterium het onderstaande gewicht toekennen :

  • Rendement op 5 jaar: 25%
  • Regelmaat: 25%
  • Risico: 20%
  • Kosten: 15%
  • Prestatie t.o.v. referentie-index: 15%

Het fonds dat op die manier het hoogste gemiddelde cijfer behaalt, krijgt een score van 100. Het fonds dat het laagste gemiddelde cijfer behaalt, krijgt een score die gelijk is aan dat gemiddelde cijfer. De andere fondsen krijgen een score tussen dat laagste gemiddelde en 100, in verhouding tot hun positie ten opzichte van die twee uitersten.

In functie van de score toegekend aan het fonds, volgt ook een beoordeling:

  • Uitstekend: vanaf 90
  • Goed: vanaf 70
  • Voldoende: vanaf 50
  • Zwak: minder dan 50

Een fonds degelijk beoordelen is maar mogelijk als het minstens 5 jaar bestaat, als het deel uitmaakt van een categorie die minstens 5 verschillende fondsen telt, en als we bij onze externe dataleverancier (Lipper) voldoende gegevens kunnen verkrijgen om onze berekeningen uit te voeren.

Opgelet

De score en de beoordeling van een beleggingsfonds is enkel van toepassing binnen de categorie waarvan het fonds deel uitmaakt. Zo zullen we niet de prestaties van een aandelenfonds vergelijken met die van een obligatiefonds.

In elke categorie waarin we fondsen beoordelen, vindt u een beleggingsfonds dat 100 scoort. Dat fonds presteerde volgens onze criteria het beste ten opzichte van alle andere fondsen in zijn categorie. Dat betekent echter nog niet dat we het fonds ook automatisch koopwaardig achten. Als we bijvoorbeeld denken dat de aandelen uit een bepaald land bergaf dreigen te gaan, dan vermijdt u best fondsen die in dat land beleggen. En al scoort het fonds dat op dat bewuste land inzet het best, dan nog zal het waarschijnlijk niet ontsnappen aan een mogelijke beurscorrectie.

Tot slot hangt de keuze van een beleggingsfonds, ongeacht zijn prestaties, in eerste instantie af van uw beleggersprofiel.

Criterium nr.1: Het rendement op vijf jaar

De manier waarop dit criterium wordt beoordeeld, berust op het rendement dat het fonds over de voorbije vijf jaar heeft neergezet. Vijf jaar is namelijk een voldoende lange periode om de factor "geluk", die op korte termijn een positief effect kan hebben op het fonds, uit te sluiten. Het talent van een fondsbeheerder wordt niet op de korte, maar enkel op de lange termijn gemeten.

Binnen elke categorie scoort het fonds dat het hoogste rendement heeft geboekt, een 100. Het fonds dat het laagste rendement heeft vergaard, krijgt een 0. Voor de andere fondsen geldt: hoe dichter het rendement uitkomt bij dat van het fonds met het hoogste rendement, hoe dichter het cijfer bij 100 zal liggen. En omgekeerd uiteraard.

In onderstaand vereenvoudigd voorbeeld ziet u dat fonds A het hoogste rendement heeft behaald. Dat fonds krijgt dus het cijfer 100 toegekend. Fondsen B en C krijgen een cijfer in de buurt van 100, want hun rendement ligt in de buurt van dat van fonds A. De fondsen G, H en I, waarvan het rendement veeleer in de buurt ligt van dat van fonds J (het fonds dat het slechtst heeft gepresteerd en dus een 0 werd toegekend), krijgen voor dit criterium een slechte score toebedeeld.

FondsRendementCijfer
A10,0%100
B9,5%95
C9,3%93
D8,6%86
E7,0%70
F6,5%65
G4,0%40
H3,0%30
I2,5%25
J0,0%0

Criterium nr. 2: De regelmaat

De manier waarop dit criterium wordt beoordeeld, berust op het rendement dat het fonds jaar na jaar kon behalen gedurende de voorbije vijf jaar.

Aan de hand van dit criterium kan men bepalen welke fondsen van jaar tot jaar goede resultaten boeken en welke veeleer willekeurige prestaties neerzetten, wat duidt op een minder consequent beheer.

Binnen elke categorie krijgt het fonds dat het hoogste rendement boekt, een 100. Het fonds met het laagste rendement krijgt een 0 toegekend. Deze berekening wordt vijfmaal uitgevoerd om een cijfer te bekomen voor elk van de vijf jaar waarmee rekening wordt gehouden.

Vervolgens berekenen we voor elk fonds het gemiddelde van de vijf verkregen cijfers. Elk cijfer voor elk van de vijf jaren weegt hierbij evenveel. Het fonds dat het hoogste gemiddelde cijfer scoort, krijgt een 100. Het fonds met het laagste gemiddelde cijfer krijgt een 0. De andere fondsen krijgen een cijfer tussen 0 en 100.

Criterium nr. 3: Het risico

De manier waarop dit criterium wordt beoordeeld, berust op de volatiliteit (=variatie van de koersschommelingen) waaraan het fonds onderhevig is. Dit wordt berekend op basis van de maandelijkse rendementen die het fonds neerzette over de laatste vijf jaar.

Bij gelijke rendementen verkiezen we een fonds waarvan de koers regelmatig hoger gaat boven een fonds waarvan de koers nu eens sterk stijgt, dan weer fors daalt.

In de grafiek hieronder ziet u bijvoorbeeld dat fonds A en fonds B over vijf jaar hetzelfde rendement boeken. De evolutie van fonds B is echter veel grilliger, waardoor het risico op verlies hoger ligt als de belegger het fonds op het verkeerde moment van de hand doet. Fonds A is bijgevolg interessanter.

VanEck Multi-Asset Growth Allocation UCITS ETF (Uitkering) - Beleggingsfonds - Testaankoop invest (1)

Binnen elke categorie krijgt het minst risicovolle fonds het cijfer 100 toegekend. Het riskantste fonds krijgt dan weer een 0 toebedeeld. De andere fondsen krijgen een cijfer tussen 0 en 100.

Criterium nr. 4: Lage kosten

De manier waarop dit criterium wordt beoordeeld, berust voor elk fonds op de recentste Total Expense Ratio (TER). Deze standaardmaat geeft alle jaarlijkse kosten weer die voor het beheer van een fonds in rekening worden gebracht. Die kosten worden automatisch afgehouden van de waarde van het fonds, en hebben dus een impact op het rendement.

Hoe hoger de kosten, des te moeilijker het voor het fonds zal zijn om op lange termijn een hogere prestatie neer te zetten dan zijn concurrenten. Net daarom gaat onze voorkeur uit naar fondsen met een laag kostenniveau. Die hebben volgens ons een grotere kans om op lange termijn een fraai rendement te boeken.

Binnen elke categorie krijgt het fonds met de laagste kosten het cijfer 100 toegekend. Het duurste fonds daarentegen krijgt een 0. De andere fondsen krijgen een cijfer dat varieert tussen 0 en 100.

Criterium nr. 5: Prestatie t.o.v. referentie-index

De manier waarop dit criterium wordt beoordeeld, berust voor elk fonds op de mate waarin het er de voorbije 5 jaar in geslaagd is om maand na maand de evolutie te volgen van de markt waarin het belegt.

De samenstelling van fondsen weerspiegelt niet altijd exact de markt waarin ze beweren te beleggen. Fondsbeheerders kunnen ervoor kiezen om zwaardere posities in te nemen in bedrijven die ze een groot potentieel toedichten, of omgekeerd niet beleggen in bedrijven die ze oninteressant vinden. Afhankelijk van de mate waarin die keuzes al dan niet lonen, zal het rendement van het fonds afwijken van dat van zijn referentiemarkt als geheel.

Dit vijfde beoordelingscriterium geeft m.a.w. uiting aan onze voorkeur voor fondsen die zo getrouw mogelijk de evolutie van hun referentiemarkt of -index weerspiegelen.

Binnen elke categorie krijgt het fonds dat maand na maand het best de evolutie van zijn referentiemarkt weergeeft een cijfer 100 toegekend. Omgekeerd krijgen fondsen die maand na maand het sterkst afwijken van de evolutie van hun referentiemarkt een cijfer 0 toegekend. De andere fondsen krijgen een cijfer dat varieert tussen 0 en 100.

VanEck Multi-Asset Growth Allocation UCITS ETF (Uitkering) - Beleggingsfonds - Testaankoop invest (2024)
Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Lilliana Bartoletti

Last Updated:

Views: 5807

Rating: 4.2 / 5 (73 voted)

Reviews: 80% of readers found this page helpful

Author information

Name: Lilliana Bartoletti

Birthday: 1999-11-18

Address: 58866 Tricia Spurs, North Melvinberg, HI 91346-3774

Phone: +50616620367928

Job: Real-Estate Liaison

Hobby: Graffiti, Astronomy, Handball, Magic, Origami, Fashion, Foreign language learning

Introduction: My name is Lilliana Bartoletti, I am a adventurous, pleasant, shiny, beautiful, handsome, zealous, tasty person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.